10 beginnersfouten om te vermijden in Google Analytics

Dat Google Analytics een onmisbare factor voor online succes is, hoeven we je vast niet meer te vertellen. Je krijgt er meer inzicht in de prestaties van je online content en kan dus meteen bijsturen waar nodig. Jammer genoeg worden er nog al te vaak fouten gemaakt bij het gebruik van het platform. In deze blog geven we je 10 tips om veelgemaakte fouten te voorkomen.

#1 Geen meetplan opstellen

Misschien klinkt het een beetje cheesy en overbodig, maar een meetplan voor Google Analytics kan wel degelijk een waardevol hulpmiddel zijn. Wil je de prestaties van je website in kaart brengen met Google Analytics, denk dan in de eerste plaats na wat voor jou belangrijk is. Wat wil jij bereiken met je website? Wanneer is je website succesvol? Welke conversies wil je behalen? Het oplijsten van je doelstellingen zal je achteraf helpen om te bepalen welke statistieken je in de gaten moet houden tijdens het analyseren van je bezoekersdata.

#2 Foute statistieken bekijken

Dat laatste brengt ons meteen bij het volgende onderwerp. Google Analytics biedt inzicht in oneindig veel data over je bezoekers en hun gedrag op je website. Het is dan ook makkelijk om jezelf te verliezen in al die statistieken. Creëer focus door te kijken naar de doelstellingen die je hebt opgelijst in #1 en na te denken welke statistieken het beste weergeven of je je doelen behaald hebt.

Is je doelstelling bijvoorbeeld om potentiële klanten een bepaald blogartikel te laten lezen, dan is het weinig zinvol om te kijken naar het aantal klikken dat je ontvangen hebt omdat mensen zich tijdens het lezen van een blogartikel vooral concentreren op inhoud. Kijk in dat geval dus liever naar de gemiddelde tijd die besteed werd op de pagina van het artikel, dat zal je een betere indicatie geven van hoeveel mensen je blog daadwerkelijk gelezen hebben.

#3 Enkel focussen op verkoop

Een fout die vaak gemaakt wordt bij het meten van online prestaties, is om enkel te focussen op het aantal gerealiseerde verkopen. In marketingtermen noemen we een verkoop een macro-conversie, i.e. een conversie die heel waardevol en belangrijk is voor je zaak. Er bestaat echter ook zoiets als een micro-conversie. Dit zijn kleinere conversies, zoals bijvoorbeeld een inschrijving op een nieuwsbrief of het afspelen van een video. Op het eerste zicht lijken zulke conversies misschien minder aantrekkelijk, maar ze sturen je potentiële klanten wel in de richting van een verkoop. Focus je dus niet enkel op macro-conversies, maar denk ook na welke micro-conversies waardevol zijn in jouw verkoopproces.

#4 Geen doelen configureren

Het oplijsten van je doelstellingen en conversies is al een goed begin, maar je moet er uiteraard ook binnen Google Analytics mee aan de slag gaan. Als je geen doelen configureert binnen je account, loop je een heleboel waardevolle informatie mis! Het is nochtans niet zo moeilijk. Ga in je account naar Beheerder en klik onder Weergave op Doelen.

Je zal zien dat je gebruik kan maken van verschillende templates, maar je kan ook een aangepast doel instellen. Er zijn 4 soorten doelen:

Bestemming
Wanneer bezoekers op een bepaalde pagina belanden
Duur
Wanneer bezoekers een bepaalde tijd op een bepaalde pagina spenderen
Pagina’s per sessie
Wanneer bezoekers een bepaald aantal pagina’s bezoeken
Gebeurtenis
Wanneer een bepaalde gebeurtenis zich voordoet, bijvoorbeeld een video afspelen

Vanaf dat je je doel hebt ingesteld, kun je de resultaten beginnen opvolgen. Vergeet niet om naast je macro-conversies ook je micro-conversies als doelen op te nemen (zie ook #3). Tip: als het kan, geef dan ook een monetaire waarde mee aan elk doel. Zo kan je achteraf in Google Analytics eenvoudig je kost per conversie zien.

#5 Eigen verkeer niet uitsluiten

Als je een website hebt, dan is de kans groot dat jij of je medewerkers die site regelmatig zelf bezoeken. Dit kan voor een vertekening zorgen in de data van Google Analytics. Je hebt immers extra bezoeken, maar die tellen niet echt mee omdat het over intern verkeer gaat. Gelukkig bestaat er een eenvoudige oplossing voor dit probleem. Je kan een filter instellen zodat intern verkeer uit de rapportering uitgesloten wordt. Het enige wat je daarvoor nodig hebt, is het IP-adres waarvan je het verkeer wilt uitsluiten. Tip: je vindt verschillende tools online die je helpen om je IP-adres te achterhalen, zoals bijvoorbeeld ipchicken.com.

Om een filter in te stellen, ga je naar Beheerder > Weergave en klik je op Filters. Daar kan je een nieuwe filter toevoegen. Bij filtertype selecteer je ‘Uitsluiten’, bij bron selecteer je ‘verkeer van de IP-adressen’ en bij expressie selecteer je ‘die gelijk zijn aan’. Vervolgens kan je het IP-adres invullen en de filter opslaan.

Opmerking: Dit trucje werkt uiteraard enkel wanneer je IP-adres statisch is. Als je gebruik maakt van dynamische IP-adressen, halen zulke filters jammer genoeg weinig uit.

#6 Slechts één weergave instellen

Een Google Analytics account is opgebouwd volgens een vaste structuur bestaande uit accounts, properties en weergaven. Een account is meestal gelinkt aan een bepaald bedrijf, terwijl een property gelinkt wordt aan een bepaalde website of app. Voor elke property kun je best meerdere weergaven instellen. Dat is vooral nuttig als je in je account filters ingesteld hebt (zie #5). Eenmaal je een filter hebt ingesteld, zal je data immers gewijzigd worden. En eenmaal je data gewijzigd wordt, raak je de originele data kwijt. Om te voorkomen dat er iets misloopt en je data onbruikbaar wordt, zorg je daarom best voor een back-up.

Ook Google zelf raadt aan om altijd drie weergaven in te stellen voor elke property: een hoofdweergave, een ongefilterde weergave waarop je geen enkele filter toepast en een testweergave waarin je zaken kan uittesten.

Een nieuwe weergave instellen is heel makkelijk: ga naar Beheerder en klik onder Weergave op de titel van je huidige weergave. Dan opent zich een dropdown menu, met de optie ‘Nieuwe weergave maken’. Tip: geef elke weergave een duidelijke naam, zoals ‘test en ‘ongefilterd’.

#7 De link met Google AdWords niet leggen

Voor degenen die regelmatig adverteren op Google AdWords kan het interessant zijn om de koppeling te maken met Analytics. Op die manier kan je o.a. zien welke advertenties conversies opgeleverd hebben en welke keywords het meeste verkeer naar je website gestuurd hebben. Zulke inzichten kunnen je helpen om je advertenties bij te sturen.

Merk je bijvoorbeeld dat je van een bepaald zoekwoord veel verkeer binnenkrijgt, maar dat het bouncepercentage (i.e. het aantal mensen die na het klikken op je pagina meteen ook weer wegklikken) ook hoog is? Dan is je advertentietekst wellicht niet goed afgestemd op je bestemmingspagina. Krijg je voor een bepaald zoekwoord een hoog aantal conversies, maar zie je dat dit zoekwoord niet veel vertoningen heeft? Overweeg dan om je bod voor dit zoekwoord te verhogen.

Je AdWords linken doe je via Beheer > Property > AdWords-links.

#8 Je campagnes niet meten

Veel mensen weten niet dat ze ook de resultaten van marketingcampagnes kunnen meten in Google Analytics. Standaard wordt er in het acquisitierapport enkel getoond van welke hoofdbron een bepaalde bezoeker afkomstig is. Dat kan via een zoekmachine, via sociale media of via een doorverwijzing van een andere website zijn. Die informatie is natuurlijk vrij beperkt.

Gelukkig bestaat er ook een manier om meer gedetailleerde informatie over de bron te weten te komen. Door UTM tags te gebruiken, kun je bijvoorbeeld achterhalen welke Facebook-post of welke nieuwsbrief veel bezoekers naar je website gestuurd heeft.

UTM tags moet je toevoegen aan de links naar je website. Dat klinkt misschien moeilijk, maar dat is het zeker niet. Er is namelijk een eenvoudige online tool om je te helpen. Als je in je Google Analytics-account op Ontdek klikt, kom je uit op een pagina met verschillende tools. Als je vervolgens naar beneden scrollt, zal je de URL-maker voor campagnes vinden. Klik op ‘Ga’ en je kan meteen aan de slag.

Vul in de tool de link naar je website, de naam van je medium, de naam van je bron en de naam van je campagne in. Bij het medium kies je voor email of social terwijl je bij de bron iets specifieker kan zijn door bijvoorbeeld newsletter of Facebook te vermelden.

Je zal zien dat de tool automatisch een link met die tags zal genereren. Het enige wat je nu nog hoeft te doen, is de link kopiëren en hem invoegen in de social media post of de e-mail die je wil delen.

Een gedetailleerde handleiding voor het opstellen van URLs met UTM tags vind je in deze blog.

#9 Geen dashboards gebruiken

De rapporten van Google bevatten zoveel informatie dat het soms moeilijk wordt om door de bomen het bos nog te zien. Bovendien is het mogelijk dat veel van die statistieken niet relevant zijn voor jouw business. In dat geval kan een dashboard helpen. Daarmee kan je snel een compact overzicht krijgen van alle statistieken die voor jou belangrijk zijn. Zo’n dashboard kan je dan wekelijks of maandelijks bekijken om je vooruitgang te monitoren.

Om zelf een dashboard te maken ga je naar Aanpassing > Dashboards. Klik op ‘Maken’ en geef een naam aan je dashboard. Vervolgens kan je beginnen met het toevoegen van widgets aan je dashboard.

Voor elke statistiek die je interessant vindt, maak je een aparte widget aan. Je kan een widget laten weergeven als een cijfer, een tijdlijn, een kaart, een tabel, een diagram of een staaf. Ga hier gerust mee aan de slag en experimenteer om te ontdekken wat voor jou het handigste is.

#10 Enkel focussen op je website

Je website analyseren is één ding, maar je andere digitale marketing kanalen zijn ook, belangrijk. Zoals aangehaald in #8 bestaan er tools om de impact van die andere kanalen op je website te meten, maar data van die kanalen zelf kan niet geraadpleegd in Google Analytics. Hierdoor loop je het risico om je te veel te focussen op je website en je andere kanalen uit het oog te verliezen.

Wil je graag in één oogopslag een overzicht van al je kanalen? Vraag dan snel meer informatie over ons gebruiksvriendelijk Digitaal Dashboard via help@v-b.be of +32 16 36 35 34.